Stichting Cultuur en Muziek Lutherse Kerk

 

De Stichting Cultuur en Muziek in de Lutherse Kerk (SCMLK) heeft als doel het organiseren van concerten, festivals en andere culturele evenementen in de Lutherse Kerk te Den Haag. Centraal staat het prachtige Bätz-orgel uit 1762, maar er is ook zeker ruimte voor andere kunstvormen.

Orgelfestival
Het Bätz-orgel uit 1762 in de Evangelisch-Lutherse Kerk te Den Haag is volgens kenners één van de mooiste orgels in Nederland en dat is aanleiding genoeg om er een orgelfestival te organiseren.
Alle zaterdagen in de maand juni en de eerste zaterdag van juli kunt u in deze kerk terecht om te genieten van de prachtige klanken van de koning der muziekinstrumenten (aldus Wolfgang Amadeus Mozart).

 

Programma orgelfestival

3 juni | Sander van den Houten
Het festival wordt geopend op 3 juni om 15.30 uur en Sander van den Houten (de vaste organist van deze kerk) neemt dan plaats op de orgelbank. Zijn programma bestaat enerzijds uit werken van Bach en anderzijds speelt hij een aantal composities van Max Reger, wiens 150e geboortejaar dit jaar wordt herdacht.

10 juni | Aarnoud de Groen
Op 10 juni om 15.30 uur viert de Haagse organist Aarnoud de Groen met een concert zijn 40-jarig jubileum als organist. Op 12-jarige leeftijd ontving hij zijn eerste aanstelling als kerkorganist en tegenwoordig is hij de organist van de Bethlehemkerk aan de Laan van Meerdervoort. De Groen laat in een afwisselend programma horen welke muziek hem in de afgelopen 40 jaar heeft gefascineerd.

17 juni | Boudewijn Zwart (beiaard) en Sander van den Houten
Op 17 juni om 15.30 uur vindt er een uitzonderlijk concert plaats, want beiaardier Boudewijn Zwart brengt zijn mobiele beiaard mee. Hij laat dat in horen in combinatie met de klanken die Sander van den Houten uit het orgel weet te halen. Wees verzekerd van een heel verrassend concert!

24 juni | Jan Hage
De aanvangstijd van het concert op 24 juni is 21.00 uur, dit vanwege het feit dat Jan Hage dan een concert gaat geven met daarin o.a. een korte versie van de beroemde Canto Ostinato van Simeon ten Holt. Hage speelt ook andere werken die zijn gecomponeerd in de zogenaamde Minimal Music-stijl en die muziek roept een mystieke sfeer op. Een spaarzaam verlichte kerkzaal draagt daar ook aan bij, vandaar de late aanvangstijd.

1 juli | Ben van Oosten
Het slotconcert vindt plaats op 1 juli om 15.30 uur en de wereldberoemde Haagse organist Ben van Oosten neemt dan plaats aan de klavieren. Omdat Van Oosten vaak in het buitenland en slechts incidenteel in Den Haag te beluisteren valt is dit concert een regelrechte buitenkans.
Ben van Oosten heeft een programma samengesteld dat reikt van de vroege Duitse barok t/m de Franse romantiek en dat zal optimaal klinken in de uitzonderlijk fraaie akoestiek van dit oude en sfeervolle kerkgebouw.

Entree €10  |  kinderen t/m 15 jaar gratis | kaarten verkrijgbaar aan de deur

 

Het Bätz-orgel

Al in het voormalige kerkgebouw van de Evangelisch-Lutherse gemeente Den Haag bevond zich een orgel, in 1648 gebouwd door Hans Wolff Schonat. In 1668 herstelde orgelmaker Appolonius Bosch dit instrument. Vervolgens wijzigde in 1724 Rudolph Garrels het orgel, die zich even daarvoor als orgelmaker in Den Haag had gevestigd. Garrels verfraaide bovendien de kas van het oude orgel.

In het jaar 1753 maakte Johann Heinrich Hartmann Bätz een nieuw orgel in de bestaande kassen. Hierbij werd het pijpwerk van enkele oude registers in het nieuwe orgel opgenomen. In 1759 demonteerde Bätz dit orgel en sloeg het op vanwege de afbraak van het toenmalige kerkgebouw en de bouw van de huidige kerk. In 1762 volgde de oplevering van het nieuwe, huidige orgel, waarvan de aanleg nog grotendeels bewaard is gebleven. Bij de bouw gebruikte men de windladen van het hoofdwerk en het rugwerk uit 1753, de windladen van het pedaal en het bovenwerk dateren van 1762. Het pijpwerk van het hoofdwerk en het rugwerk dateert voornamelijk uit 1753, het pijpwerk van het pedaal en het bovenwerk is van het jaar 1762. Bätz nam in 1753 een drietal registers van het rugwerk over uit het voormalige orgel van Schonat, te weten Holpijp 8’, Octaaf 2’ en drie koren van de Mixtuur. Het vierde koor van de Mixtuur is vermoedelijk van de hand van Garrels. Dit pijpwerk bevindt zich nog steeds in het huidige rugwerk.

Tot het jaar 1824 bleef het instrument in hoofdzaak ongewijzigd, klein herstel daargelaten. In 1824 herstelt en wijzigt Jonathan Bätz, kleinzoon van Johann Heinrich Hartmann, het orgel. In 1837 werd het orgel dan opnieuw hersteld en gewijzigd door Jonathan Bätz, waarbij een aantal wijzigingen in de dispositie is doorgevoerd. In 1891 werden de frontpijpen vernieuwd door Johann Frederik Witte, die het bedrijf van Bätz voortzette. Hierbij werden ook de dubbelkoren van de Prestanten verwijderd en buiten gebruik gesteld.

In 1921 volgde de uitbreiding van het orgel met een zwelwerk, pneumatisch gevoed uit de laden van bovenwerk en pedaal. Een nieuwe Sexquialter II wordt geplaatst op het rugwerk en het orgel wordt voorzien van een electrische windmachine. Deze werkzaamheden werden uitgevoerd door de orgelmaker A. Bik te Amsterdam. In 1948 voegde Bik twee registers op het bovenwerk toe, een Octaaf 4’ en een Scherp III st. De Salicionaal 4’ van Jonathan Bätz werd vervangen door een nieuwe Nasard 3’.

Vanaf het jaar 1988 startte een restauratie in fasen door Flentrop Orgelbouw te Zaandam. In 1988 werden de beide windladen van het pedaal hersteld, in 1995 die van het rugwerk, waarbij het register Sexquialter II st. werd gereconstrueerd.

Een grote restauratie van alle nog niet herstelde delen van het orgel is in de perode juni 2006 – september 2007 uitgevoerd. Deze restauratie omvatte de windladen van Hoofdwerk, Bovenwerk en Zwelwerk, voorts de windvoorziening, speel- en registermechanieken, claviatuur, pijpwerk en orgelkas. Uitgangspunt voor deze restauratie was de situatie 1762/1837 met behoud van het Zwelwerk uit 1921.

Dispositie Bätz-orgel
Hoofdwerk Rugwerk Bovenwerk

Bourdon 16’

Prestant 8’

Roorfluit 8’

Quintadeen 8’

Octaaf 4’

Nagthoorn 4’

Quint 3’

Octaaf 2’

Woudfluit 2’

Mixtuur 5-8 st.

Cornet D 4 st.

Fagot 16’

Trompet 8’

Trompet 4’

 

Prestant 8’

Holpijp 8’

Octaaf 4’

Fluit 4’

Octaaf 2’

Flageolet 1’

Mixtuur 3-4 st.

Sexquialter 2 st.

Dulciaan 8’

Prestant 8’

Baarpijp 8’

Quintadeen 8’

Roorfluit 4’

Nasard 3’

Fluit 2’

Schalmy 8’

Vox Humana 8’

Zwelwerk Pedaal Pedaal zwelwerk

Holpijp 8’

Dolce 8’

Viola di Gamba 8’

Voix Céleste 8’

Fluit Harmonique 4’

Woudfluit 2’

Octaaf 4’ 

Hobo 8’

Prestant 16’

Bourdon 16’

Prestant 8’

Roorquint 6’

Octaaf 4’

Bazuin 16’

Trompet 8’

Trombone 4’

 

Subbas 16’

Bourdon 8’

Violoncel 8’

 

 

  • Tremulanten op Hoofdwerk, Rugwerk, Bovenwerk en Zwelwerk
  • Koppelingen
  • Afsluiters
  • Ventiel

Het Italiaanse orgel

De herkomst van het Italiaanse orgel is onbekend. Wel is het orgel aan het front te herkennen als een instrument van Napolitaanse oorsprong. Het is vermoedelijk circa 1764 gebouwd.
Het instrument is via Rastatt (Duitsland) en Veurne (België) in Nederland terecht gekomen en aangekocht door het Koninklijk Conservatorium, waar het wordt gebruikt door de afdeling Oude Muziek.
Het orgel bezit nog een zogenaamd ‘kort octaaf’ en is gestemd in de middentoonstemming.

Dispositie Italiaans orgel

Principale 8’

Voce Umana 8’

Ottava 4’

Flauto in duodecima 2 2/3’

Quindecima 2’

Decimanova 1 1/3’

Vigesimaseconda1’

Zampogna (te verstemmen tongpijp)

Protestantse Kerk
ANBI Status
Ringleiding aanwezig
Rolstoelvriendelijke toegang