Stichting Cultuur en Muziek Lutherse Kerk

De Stichting Cultuur en Muziek in de Lutherse Kerk (SCMLK) heeft als doel het organiseren van concerten, festivals en andere culturele evenementen in de Lutherse Kerk te Den Haag. Centraal staat het prachtige Bätz-orgel uit 1762, maar er is ook zeker ruimte voor andere kunstvormen.

Orgelfestival 2024
In juni organiseert de Stichting Cultuur en Muziek in de Lutherse Kerk wederom een feestelijk Orgelfestival. Op elke zaterdag van deze maand brengt een bekende organist een zelfgekozen muzikaal programma ten gehore op het prachtige Bätz-orgel uit 1762, volgens kenners één van de mooiste orgels in Nederland. Achtereenvolgend kan het publiek genieten van concerten door pianist en organist Bert van den Brink, Sander van den Houten – de vaste organist van de Lutherse kerk (foto), de Franse organist Olivier Penin, de wereldberoemde musicus Ton Koopman en tot slot organist Jeroen de Haan samen met Sander van den Houten.

Kaartverkoop voor aanvang aan de deur bij de kerk
ENTREE € 10,- / KINDEREN T/M 15 JAAR GRATIS

1 juni | 15.30 uur | Bert van den Brink speelt pop & jazz
Toetsenist Bert van den Brink brengt deze middag een bijzonder programma, dat bestaat uit jazz- en popmuziek, naast eigen werk. Hij speelt onder meer eigen arrangementen van ‘Reach out, I’ll be there’ van The Four Tops, ‘Bohemian Rhapsody’ van Queen en ‘Smile’ van Charlie Chaplin.
Van den Brink (1958) werd opgeleid tot klassiek pianist aan het Utrechts Conservatorium en studeerde daar in 1982 cum laude af. Meteen daarna werd hij docent piano lichte muziek aan datzelfde conservatorium. In het begin van zijn carrière gaf hij regelmatig klassieke concerten, later kwam het accent meer bij de geïmproviseerde muziek te liggen. In 2007 won hij de VPRO/ Boy Edgar-prijs. Bert is veelvuldig live te beluisteren als pianist, organist en accordeonist. Hij heeft samengewerkt met talloze musici en bracht een groot aantal cd’s uit. Uniek is de cd ‘Blowing’ uit 2013 met pop & jazz op het kerkorgel.

8 juni | 21:38 uur | Bachnacht – Sander van den Houten
Titulair organist Sander van den Houten brengt deze avond een programma dat geheel bestaat uit werken van Johann Sebastian Bach. De aanvangstijd is deze keer 21.38 uur; een verwijzing naar de naam Bach: de B is de 2e letter van het alfabet, de A de 1e, etc.
Sander van den Houten (1987) werd in 2017 benoemd tot organist van de Evangelisch-Lutherse Kerk in Den Haag. In Kampen is hij titulair organist van de Burgwalkerk en de Broederkerk. In 2013 behaalde hij cum laude zijn master-diploma orgel aan het ArtEZ Conservatorium in Zwolle bij Theo Jellema. In 2023 studeerde Sander met glans af voor de master beiaard aan de Beiaardschool in Amersfoort. Hij is als dirigent verbonden aan koren in Kampen, Zwolle en Epe. Ook is hij cantor van de Theologische Universiteit Kampen.

15 juni | 15:30 uur | Olivier Penin 
Deze middag zal de Franse Olivier Penin, organist van de St. Clotilde in Parijs, een aantal bekende orgelwerken laten horen, waaronder twee stukken van de hand van zijn illustere voorganger Cesar Franck en werken van Bach.
Olivier Penin (1981) begon op vijfjarige leeftijd piano te spelen en zong met 6 jaar reeds in de Maîtrise de Caen. Na het behalen van zijn orgeldiploma werd hij in 2004 na een competitie benoemd tot ‘titulaire’ van het grote orgel van de basiliek Sainte-Clotilde in Parijs. In mei 2024 bracht Penin zijn achtste cd uit, getiteld ‘Bach à la Française’. Zijn video’s op youtube worden veelvuldig bekeken. Hij hanteert in zijn muziekprogramma’s graag een thema, om zo de luisteraar mee te nemen op een muzikale reis. Zeer geïnteresseerd in de hedendaagse muziek heeft hij – de premières van – diverse hedendaagse composities gespeeld.

22 juni | 15.30 uur | Ton Koopman 
De wereldberoemde musicus Ton Koopman zal deze middag muziek van Sweelinck en Froberger laten horen, naast werken van twee grootmeesters van de Duitse Barok,  Buxtehude en Bach.
Ton Koopman is in zijn inmiddels zestigjarige carrière wereldwijd uitgegroeid tot een autoriteit op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk, van het werk van Bach in het bijzonder. Deze uitvoeringspraktijk was in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw nog een niche binnen de klassieke muziek, maar door onder andere de oprichting in 1979 van het Amsterdam Baroque Orchestra door Koopman kwam er een omslag. Met dit orkest en het in 1992 opgerichte Amsterdam Baroque Choir veranderde hij de wijze waarop deze muziek werd uitgevoerd en beluisterd. Koopman was jarenlang hoofdvakdocent klavecimbel aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Tegenwoordig geeft hij alleen nog masterclasses over de hele wereld.

29 juni | 15.30 uur | Jeroen de Haan & Sander van den Houten 
Het festival wordt op deze laatste zaterdag van juni besloten door Jeroen de Haan en Sander van den Houten. Zij spelen werken van onder meer Georg Böhm (1661-1733), Franz Lachner (1803-1890) en ‘Concerto a due organi’ van G.B. Lucchinetti (1700-1760).
De Haan (1968) studeerde orgel en kerkmuziek aan de Hogeschool voor muziek en dans in Rotterdam (nu Codarts). Hij vierde onlangs zijn 25-jarig jubileum als cantor-organist van de Evangelisch-Lutherse kerk in Woerden. In 2023 bracht hij een Bach-cd uit, opgenomen op het Bätz-orgel in de Lutherse kerk in Woerden. Daarmee is dit orgel voor het eerst op cd vastgelegd. De Haan heeft een bloeiende praktijk als orgeldocent. Hij is daarnaast een warm pleitbezorger van de orgelmuziek van Jaap Dragt en verzorgt met Boeijenga Music (her)uitgaven van deze werken.

Het Bätz-orgel

Al in het voormalige kerkgebouw van de Evangelisch-Lutherse gemeente Den Haag bevond zich een orgel, in 1648 gebouwd door Hans Wolff Schonat. In 1668 herstelde orgelmaker Appolonius Bosch dit instrument. Vervolgens wijzigde in 1724 Rudolph Garrels het orgel, die zich even daarvoor als orgelmaker in Den Haag had gevestigd. Garrels verfraaide bovendien de kas van het oude orgel.

In het jaar 1753 maakte Johann Heinrich Hartmann Bätz een nieuw orgel in de bestaande kassen. Hierbij werd het pijpwerk van enkele oude registers in het nieuwe orgel opgenomen. In 1759 demonteerde Bätz dit orgel en sloeg het op vanwege de afbraak van het toenmalige kerkgebouw en de bouw van de huidige kerk. In 1762 volgde de oplevering van het nieuwe, huidige orgel, waarvan de aanleg nog grotendeels bewaard is gebleven. Bij de bouw gebruikte men de windladen van het hoofdwerk en het rugwerk uit 1753, de windladen van het pedaal en het bovenwerk dateren van 1762. Het pijpwerk van het hoofdwerk en het rugwerk dateert voornamelijk uit 1753, het pijpwerk van het pedaal en het bovenwerk is van het jaar 1762. Bätz nam in 1753 een drietal registers van het rugwerk over uit het voormalige orgel van Schonat, te weten Holpijp 8’, Octaaf 2’ en drie koren van de Mixtuur. Het vierde koor van de Mixtuur is vermoedelijk van de hand van Garrels. Dit pijpwerk bevindt zich nog steeds in het huidige rugwerk.

Tot het jaar 1824 bleef het instrument in hoofdzaak ongewijzigd, klein herstel daargelaten. In 1824 herstelt en wijzigt Jonathan Bätz, kleinzoon van Johann Heinrich Hartmann, het orgel. In 1837 werd het orgel dan opnieuw hersteld en gewijzigd door Jonathan Bätz, waarbij een aantal wijzigingen in de dispositie is doorgevoerd. In 1891 werden de frontpijpen vernieuwd door Johann Frederik Witte, die het bedrijf van Bätz voortzette. Hierbij werden ook de dubbelkoren van de Prestanten verwijderd en buiten gebruik gesteld.

In 1921 volgde de uitbreiding van het orgel met een zwelwerk, pneumatisch gevoed uit de laden van bovenwerk en pedaal. Een nieuwe Sexquialter II wordt geplaatst op het rugwerk en het orgel wordt voorzien van een electrische windmachine. Deze werkzaamheden werden uitgevoerd door de orgelmaker A. Bik te Amsterdam. In 1948 voegde Bik twee registers op het bovenwerk toe, een Octaaf 4’ en een Scherp III st. De Salicionaal 4’ van Jonathan Bätz werd vervangen door een nieuwe Nasard 3’.

Vanaf het jaar 1988 startte een restauratie in fasen door Flentrop Orgelbouw te Zaandam. In 1988 werden de beide windladen van het pedaal hersteld, in 1995 die van het rugwerk, waarbij het register Sexquialter II st. werd gereconstrueerd.

Een grote restauratie van alle nog niet herstelde delen van het orgel is in de perode juni 2006 – september 2007 uitgevoerd. Deze restauratie omvatte de windladen van Hoofdwerk, Bovenwerk en Zwelwerk, voorts de windvoorziening, speel- en registermechanieken, claviatuur, pijpwerk en orgelkas. Uitgangspunt voor deze restauratie was de situatie 1762/1837 met behoud van het Zwelwerk uit 1921.

Dispositie Bätz-orgel
Hoofdwerk Rugwerk Bovenwerk

Bourdon 16’

Prestant 8’

Roorfluit 8’

Quintadeen 8’

Octaaf 4’

Nagthoorn 4’

Quint 3’

Octaaf 2’

Woudfluit 2’

Mixtuur 5-8 st.

Cornet D 4 st.

Fagot 16’

Trompet 8’

Trompet 4’

 

Prestant 8’

Holpijp 8’

Octaaf 4’

Fluit 4’

Octaaf 2’

Flageolet 1’

Mixtuur 3-4 st.

Sexquialter 2 st.

Dulciaan 8’

Prestant 8’

Baarpijp 8’

Quintadeen 8’

Roorfluit 4’

Nasard 3’

Fluit 2’

Schalmy 8’

Vox Humana 8’

Zwelwerk Pedaal Pedaal zwelwerk

Holpijp 8’

Dolce 8’

Viola di Gamba 8’

Voix Céleste 8’

Fluit Harmonique 4’

Woudfluit 2’

Octaaf 4’ 

Hobo 8’

Prestant 16’

Bourdon 16’

Prestant 8’

Roorquint 6’

Octaaf 4’

Bazuin 16’

Trompet 8’

Trombone 4’

 

Subbas 16’

Bourdon 8’

Violoncel 8’

 

 

  • Tremulanten op Hoofdwerk, Rugwerk, Bovenwerk en Zwelwerk
  • Koppelingen
  • Afsluiters
  • Ventiel

Het Italiaanse orgel

De herkomst van het Italiaanse orgel is onbekend. Wel is het orgel aan het front te herkennen als een instrument van Napolitaanse oorsprong. Het is vermoedelijk circa 1764 gebouwd.
Het instrument is via Rastatt (Duitsland) en Veurne (België) in Nederland terecht gekomen en aangekocht door het Koninklijk Conservatorium, waar het wordt gebruikt door de afdeling Oude Muziek.
Het orgel bezit nog een zogenaamd ‘kort octaaf’ en is gestemd in de middentoonstemming.

Dispositie Italiaans orgel

Principale 8’

Voce Umana 8’

Ottava 4’

Flauto in duodecima 2 2/3’

Quindecima 2’

Decimanova 1 1/3’

Vigesimaseconda1’

Zampogna (te verstemmen tongpijp)

Protestantse Kerk
ANBI Status
Ringleiding aanwezig
Rolstoelvriendelijke toegang